Blog 1: Mijn eerste twee weken in België

In augustus behaalde ik mijn master in migratie- en beleidwetgeving en ging ik op zoek naar een nieuw project om aan te beginnen. Omdat ik wist dat het Ierse ngo-wereldje klein was en dat het niet gemakkelijk zou zijn om meteen na mijn studies een baan te vinden in de vluchtelingensector, ging ik op zoek naar stages in andere Europese landen. Tegelijkertijd besloot ik een kijkje te nemen bij het European Solidarity Corps. Ik was al enige tijd op de hoogte van het bestaan ervan, maar aarzelde om er een kijkje te nemen. Ik dacht dat het alleen niet-professionele korte termijn projecten aanbood. Toen ik voor de tweede keer de lijst met beschikbare projecten doorbladerde (en dat waren er meer dan 300), was ik aangenaam verrast van een op het eerste gezicht perfecte functie bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Tot op dat moment dacht ik echt dat ik bij mijn eerste sollicitatie zou moeten kiezen tussen rechtstreeks met mensen werken of de kennis die ik op de universiteit had opgedaan, gebruiken om deskresearch te doen. Werken met het Starpunt-team, juridische informatie verstrekken aan asielzoekers, stelt me in staat om beide te doen en ik was dan ook erg enthousiast toen ik de functie een paar weken later kreeg aangeboden!

"Op mijn eerste dag in Brussel werd mij verteld dat België zich midden in een 'opvangcrisis' bevond, maar een deel van mij geloofde mijn collega's niet toen zij probeerden te beschrijven hoe erg de situatie was"

Voor ik in Brussel aankwam, wist ik niet veel over asielaanvragen in België. Ik had het Europees asielbeleid aan de universiteit bestudeerd en hoewel ik wist dat het een onvolmaakt systeem was, geloofde ik dat het veel potentieel had en dat landen zoals België aantoonden hoe succesvol dit systeem kon zijn. Ik geloofde ook dat de overname van alle aspecten van het Europees beleid zou leiden tot betere opvangvoorzieningen in Ierland, maar na twee weken werken in Brussel heb ik mijn twijfels.

Op mijn eerste dag in Brussel werd mij verteld dat België zich midden in een 'opvangcrisis' bevond, maar een deel van mij geloofde mijn collega's niet toen zij probeerden te beschrijven hoe erg de situatie was.

Ondanks alle waarschuwingen was ik niet helemaal voorbereid op de rijen mensen die voor het aankomstcentrum aan het Klein Kasteeltje stonden te wachten. Ondanks de lange rijen vond ik het spannend om met mensen te gaan praten en meer over de situatie te weten te komen. Ik raakte echter al snel gefrustreerd toen ik naar verhalen luisterde, wetende dat ik niets kon doen om mensen te helpen. Ik voelde me een beetje als een robot die alleen maar kon herhalen: "Het spijt me, als ik iets kon doen om te helpen, dan zou ik het doen, maar op dit moment kan ik dat niet."

"Ik verloor vertrouwen in het systeem"

Naarmate de dagen verstreken, werd het veel moeilijker om dit tegen mensen te zeggen. Omdat ik hun gezichten begon te herkennen en wist dat ze al verschillende nachten op straat hadden doorgebracht. Tegelijkertijd begon ik het vertrouwen in het systeem te verliezen. Er waren verschillende momenten waarop ik de mensen vertelde dat ze de hoop niet moesten verliezen, maar toch geloofde ik zelf niet dat ze een realistische kans hadden om in het Klein Kasteeltje binnen te geraken en er asiel aan te vragen.

Dit was vooral het geval bij gesprekken met oudere of kwetsbaardere mannen die nooit in staat zouden zijn zich een weg naar voren te banen. Ik had me nog nooit zo nutteloos gevoeld.

Wij konden het personeel van Fedasil bellen om te vragen of zij kwetsbare personen, zoals minderjarigen en gezinnen, mochten binnenlaten. Dit maakte het werk nog moeilijker, aangezien ik veel mensen moest uitleggen dat zij niet voldeden aan de criteria om als uitzonderlijk geval te worden beschouwd. Wij konden het personeel van Fedasil niet vragen de deuren te openen om hen binnen te laten.

Telkens we belden voor een minderjarige, had ik het gevoel dat ik de mannen bedroog die al zo lang geduldig hadden gewacht en mij hun verhaal hadden toevertrouwd in de hoop dat ik kon helpen. Het is zo moeilijk uit te leggen waarom iemand die 18 is anders moet worden behandeld dan iemand die slechts drie maanden jonger is. 

Hoe leg je uit aan iemand die een trauma heeft meegemaakt dat psychische problemen en bevriezing in de EU niet worden beschouwd als voldoende reden om medische hulp en een veilige slaapplaats nodig te hebben? In een kantoor is het gemakkelijk om mensen op basis van de leeftijd te rangschikken naar kwetsbaarheid. Maar als je ze in de ogen moet kijken en moet zien hoe ze mank lopen en rillen van de kou, is het een heel ander verhaal.

Politie Klein Kasteeltje

Ik was ook erg verrast door de aanwezigheid van politie rond het aankomstcentrum. Ik heb Ierse politie zien omgaan met daklozen, waar ik vroeger werkte, en ik verwachtte niet dat de politie iedereen gelijk of eerlijk zou behandelen, maar ik was toch geschokt door wat ik zag.

Ik was geschokt toen ik voor het eerst een politieagent een asielzoeker zag duwen. Ik was ook geschokt toen ik te horen kreeg dat ik niet op straat tegenover het aankomstcentrum mocht staan en de politieagent weigerde te vertellen waarom. Ik was nog meer geschokt toen mijn collega's me een paar minuten later vertelden dat de politie een hond inzette om asielzoekers weg te jagen.

Is op straat slapen een misdaad in België of is het een misdaad te durven hopen dat je later op de dag asiel kunt aanvragen als je maar lang genoeg blijft rondhangen?

"Ik was geschokt toen ik voor het eerst een politieagent een asielzoeker zag duwen"

Schok is waarschijnlijk de emotie die ik de afgelopen week het meest ervaarde, maar tegelijkertijd heb ik zoveel dingen gezien die me eraan herinnerden dat er in elke situatie vriendelijkheid en hoop is. Ik zag mannen aan wie de toegang werd geweigerd, maar ik zag ook hoe deze mannen elkaar hielpen en hoe ze bereid waren het weinige dat ze hadden te delen. Dit was vooral duidelijk op de avond dat we dekens gingen uitdelen.

Er waren meer dan 50 mannen, maar ondanks taalbarrières slaagden ze erin om te beslissen wie de 13 dekens het meest nodig had. Diezelfde avond ontmoetten we een ongelooflijke lokale vrouw die tijdens een schoolreisje, georganiseerd door een van onze vrijwilligers, over de situatie te weten was gekomen en sindsdien elke avond naar het aankomstcentrum gaat om eten te geven aan de mannen die buiten slapen.

Deze vrouw slaagde erin om in een ongelooflijk korte tijd zonder hulp een netwerk van mensen op te zetten die bereid zijn te koken, keukenruimte ter beschikking te stellen en/of het voedsel alleen te bezorgen. Ik vond dit ongelooflijk en het toonde echt het nut aan van solidariteit en hoe het een gemeenschap kan samenbrengen.

"Ik ben ongelooflijk blij om hier te zijn en weet dat ik terecht ben gekomen bij een geweldig team dat er echt alles aan doet om de status quo te verbeteren"

Al bij al waren mijn eerste twee weken in België niet wat ik ervan verwacht had, maar ik ben ongelooflijk blij om hier te zijn. Ik kwam terecht bij een geweldig team dat er echt alles aan doet om de status quo te verbeteren. Al mijn collega's zijn zo hartelijk en gastvrij geweest. 

Ik sta er ook versteld van hoeveel mensen bereid zijn om op vijf, zes en zeven uur 's morgens op te staan om vrijwilligerswerk te doen. Hun toewijding, enthousiasme en glimlach zullen dit jaar zeker een stuk gemakkelijker maken. Ik ben ook blij dat ik dit project niet alleen ben begonnen en dat ik constant twee andere Europese vrijwilligers aan mijn zijde heb om te bespreken wat er gebeurt. Ze laten me zien hoe ik van de ene kant van Brussel naar de andere kant kom (ik heb een vreselijk richtingsgevoel) en natuurlijk om de stad te verkennen en alles te zien wat deze prachtige stad te bieden heeft.

Het opvangsysteem in België is misschien niet zo efficiënt als ik dacht, maar ik hoop dat in de toekomst en door het voortdurende harde werk van zo'n ongelooflijk team, op een dag in de niet zo verre toekomst, dat wel zou kunnen zijn.

In samenwerking met