‘Lokale binding’ stuurt sociaal hurende verkeerde kant op

Het is geen goed idee om kandidaten voor een sociale woning af te wegen op basis van de duur van hun verblijf in de gemeente.

Als het van de Vlaamse regering afhangt, wordt het vanaf 2023 nog moeilijker voor kwetsbare mensen om een sociale woning te vinden. Het wijzigingsbesluit dat ze goedkeurde, maakt de weg vrij voor nieuwe voorrangsregels bij sociaal huren. Verschillende organisaties uitten daarover eerder al hun grote ongerustheid.

Waarom?  Omdat het wijzigings- besluit dit bepaalt: ‘De langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met de gemeente wordt bepaald aan de hand van het aantal jaren dat hij in de gemeente woont waar de toe te wijzen woning ligt. Er wordt voorrang gegeven aan kandidaat-huurders die de afgelopen 10 jaar minstens 5 jaar onafgebroken in de gemeente woonden waar de toe te wijzen woning ligt.’

Deze regelgeving stuurt het sociaal huren in Vlaanderen de verkeerde kant op. Met deze brief trekken wij aan de alarmbel. De impact van het criterium van ‘lokale binding’ is bijzonder negatief op kwetsbare huurders. Bovendien is de maatregel in niemands belang.

Voor heel veel mensen met een precaire woonsituatie is het aantonen van die lokale binding bijzonder moeilijk, gezien mensen vaker verhuizen – op zoek naar een (tijdelijke) woonoplossing. De redenen daarvoor zijn uiteenlopend: het is goedkoper in een andere stad, ze willen intrekken bij vrienden of familie, … Hoe lager het inkomen van huurders, hoe meer ze afhankelijk zijn van het kleine aanbod aan betaalbare woningen op de markt, en hoe vaker ze noodgedwongen een woning moeten zoeken buiten de gemeente waar ze nu wonen.

Bovendien is dit criterium van lokale binding ook problematisch in het licht van arbeidsmobiliteit. Het kan niet de bedoeling zijn dat mensen moeten kiezen tussen de noodzaak om te verhuizen voor een job, of met voorrang aanspraak maken op een betaalbare woning.

Door concurrentie te creëren tussen nieuwkomers en mensen in armoede los je het gebrek aan sociale huisvesting niet op

Ook voor nieuwkomers werpt deze nieuwe voorwaarde een extra hindernis op. Na hun erkenning kunnen vluchtelingen nog twee maanden in een opvangvoorziening terecht. Daarna moeten ze zelf een woning zoeken. Op de private markt lukt dat vaak niet, omdat hun inkomen te laag is of omdat ze gediscrimineerd worden. Nochtans is een gepaste woning de basis voor een succesvol integratietraject. Het getuigt niet van goed bestuur dat de overheid bijkomende drempels wil inbouwen voor nieuwkomers, van wie veel verwacht wordt. Een gepaste woning vinden verhoogt hun kansen.

De beleidsmakers verdedigen ‘lokale binding’ als een regel die het lokale draagvlak voor sociale woningen versterkt. Steden en gemeenten zien immers liever geen al te grote instroom met kwetsbare profielen van buiten hun grondgebied. Zij houden dan vast aan een criterium als lokale binding om deze instroom tegen te gaan. Maar het is geweten dat dit een puur theoretisch argument is. Ook zonder het criterium van lokale binding zijn het volgens het Vlaams Huurdersplatform vooral mensen uit de eigen gemeente die in de sociale huurmarkt instromen. Bovendien los je door lokale bindingsregels op te leggen het onderliggende probleem niet op. Je duwt die mensen gewoon in de handen van huisjesmelkers en schimmige tussenpersonen.

Voorstanders van de lokale bindingsregel stellen ook dat ze hiermee een sociale onrechtvaardigheid zouden rechtzetten. Nochtans is het basisprobleem een compleet gebrek aan sociale huisvesting. Door concurrentie te creëren tussen nieuwkomers en mensen in armoede los je dat probleem niet op.

Het wordt pijnlijk duidelijk hoe we een verkeerde discussie voeren. Criteria invoeren als die van de lokale binding zorgt niet voor oplossingen, maar creëert extra problemen. Dit kan hoogstens de druk op slachtoffers van het systeem verplaatsen van de ene naar de andere kwetsbare groep.

Het nieuwe toewijzingssysteem dreigt bovendien zo complex te worden, dat een kat er haar eigen jongen niet meer in terugvindt. Het tekort aan sociale woningen is een oud zeer. Dat los je niet op door nieuwe voorrangscriteria in te voeren en op elkaar te stapelen. Wel door voldoende aangepaste en betaalbare woningen en woningruimte beschikbaar te maken.

De overheid moet het investeringsritme verhogen en creatief met de expertise van academici, het middenveld en de betrokkenen het sociaal huren in Vlaanderen de betere kant opsturen.

Lijst ondertekenaars

Dirk Masquillier, Samenlevingsopbouw Vlaanderen.

Klaas Poppe, SAM (Steunpunt Mens en Samenleving).

Nils Luyten, ORBIT vzw.

Koen Trappeniers, Welzijnszorg.

Geert Inslegers, Vlaams Huurdersplatform.

VIVAS huurdersplatform.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Netwerk tegen Armoede.

 

Verschenen in De Standaard