-
Opnieuw mensen op straat!
De Brusselse rechtbank van eerste aanleg veroordeelde de Belgische staat en Fedasil vorige week nog omdat niet iedereen een opvangplaats kreeg. Waar voordien alleenstaande mannen geen opvangplaats kregen, staan mannelijke asielzoekers die al in een ander Europees land een asielaanvraag indienden, deze keer op straat.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen beschouwt dit als een duidelijk politiek geïnspireerde beslissing om de aandacht af te leiden van het feit dat de regering al maanden haar internationale en Europese verplichtingen niet nakomt.
Hoewel deze groep mannen recht heeft op een opvangplaats, belanden ze nu na de registratie van hun asielaanvraag terug op straat, met de boodschap dat ze een mail moeten sturen naar Fedasil om zo in een wachtrij te komen voor een opvangplaats. Ze zouden pas in aanmerking komen voor een plaats binnen enkele weken of zelfs maanden, omdat de regering er maar niet in slaagt de beloofde bufferplaatsen bij te creëren.
“Vandaag stonden er 30 alleenstaande mannen op straat. Zij zullen buiten moeten zien te overleven en de nachten op straat doorbrengen. ”
Deze beslissing komt enigszins als een verrassing, omdat de Brusselse rechtbank van eerste aanleg de Belgische staat en Fedasil vorige week nog veroordeelde aangezien ze tijdens de opvangcrisis van eind vorig jaar niet iedereen die daar recht op had een opvangplaats gaven. Daardoor sliepen tientallen alleenstaande mannen weken aan een stuk op straat in temperaturen rond het vriespunt.
De rechtbank stelde duidelijk dat een verhoogde instroom van asielzoekers de Belgische overheid niet ontslaat van haar verplichting om elke asielzoeker die daar recht op heeft een opvangplaats te geven. Daarnaast verwees ze naar Europese rechtspraak die aangeeft dat elke persoon die een asielaanvraag indient - ongeacht of die van een ander Europees land komt - recht heeft op een opvangplaats.
Om te vermijden dat mensen weer op straat moesten slapen, veroordeelde de rechter de Belgische staat en Fedasil tot het betalen van een dwangsom van 5000 euro indien een asielzoeker nog eens onterecht geen opvangplaats krijgt. Toch stellen we vast dat de Belgische overheid deze veroordeling niet ter harte neemt, en opnieuw mensen op straat zet.
Race to the bottom
België doet zo mee aan de Europese 'race to the bottom' waarin de Europese lidstaten de weinige bescherming die ze bieden volledig uithollen, of onterecht weigeren aan mensen die daar nochtans nood aan hebben. Deze nieuwe uitsluitingsmaatregel treft een grote groep mensen collectief, hoewel heel veel van de individuen die nu op de straat aangewezen zijn wel degelijk recht hebben op het onderzoek naar hun nood aan bescherming in België.
Voor meer dan de helft van de personen in 2019 en 2020, waarbij werd vastgesteld dat ze al een asielaanvraag in een andere lidstaat indienden, nam de Dienst Vreemdelingenzaken de beslissing dat zij in België mochten blijven.1
Dit doet DVZ vaak om verschillende redenen: ofwel omdat de andere Europese lidstaat het dossier weigert over te nemen ofwel omdat België vaststelt dat er serieuze problemen zijn met de procedures in dat land. De maatregel is duidelijk politiek geïnspireerd vanuit de gedachte dat mensen die al eerder een asielaanvraag indienden in een ander Europees land, niet in België horen en bijgevolg geen opvangplaats verdienen.
"In 2019 en 2020 werd meer dan de helft van de asielzoekers die al een asielaanvraag in een andere lidstaat indiende, uiteindelijk niet overgedragen naar dat ander land, omdat België toch verantwoordelijk bleek te zijn voor de asielaanvraag"
We zijn ontzettend teleurgesteld in deze maatregel, en vragen dan ook om deze zo snel mogelijk stop te zetten. Vluchtelingenwerk Vlaanderen blijft zich solidair stellen met iedereen die bescherming zoekt in België. De overheid moet dringend noodopvang voorzien, zodat niemand meer op straat moet slapen.
Deel onze boodschap aan de regering om mensen NIET op straat te laten slapen!
#GeenMensenOpStraat
[1] Deze berekening maakten we op basis van het aantal personen dat in een ander Europees land een asielaanvraag indiende, die in 2019 en 2020 in België werden geregistreerd. Nadat deze personen in België een asielaanvraag indienen, en geregistreerd worden is het aan de DVZ om de verantwoordelijke lidstaat te vragen deze personen terug te nemen. Vervolgens is het aan de verantwoordelijke lidstaat om een akkoord of weigering te geven. Dit aantal geregistreerde personen plaatsten we tegenover het aantal akkoorden dat België ontving voor de terugname van deze categorie personen. In 2019 ging het om 10698 geregistreerde personen tegenover 4906 akkoorden, en in 2020 ging het om 6179 personen tegenover 2732 akkoorden. Na het ontvangen van een akkoord, moet de DVZ nog overgaan tot het schrijven van een 'Dublin-beslissing'. Dit gebeurt niet voor elke persoon met een akkoord, waardoor het aantal mensen waarvoor België uiteindelijk verantwoordelijk is nog hoger ligt. Bronnen: DVZ, ‘Activiteitenverslag 2020’, https://bit.ly/3fQ7OSb en Eurostat, ‘Decisions on outgoing 'Dublin' requests based on Eurodac by receiving country and type of request’, https://bit.ly/3KCf7v2.