-
Wat betekent de uitspraak van een rechter nog?
Ten eerste concludeert de rechtbank dat de regering niet alle mogelijke middelen inzet om de opvangcrisis op te lossen. Daarnaast stelt de rechtbank dat de houding van de Belgische staat de fundamenten van de rechtsstaat in gevaar brengt. Een overheid kan niet tevreden zijn met geleverde haar inspanningen wanneer zij haar kerntaak niet vervult.
Wij hopen dat deze veroordeling de overheid eindelijk aanzet om de opvangcrisis op te lossen. Net als de rechtbank zijn wij van mening dat de overheid niet genoeg doet om dit daadwerkelijk te bereiken. Er zijn namelijk verschillende mogelijkheden in de Opvangwet die voorlopig onbenut blijven. We maken ons ook grote zorgen over de voortdurende situatie, de duidelijke schending van een fundamenteel recht en de wankelende rechtsstaat.
“De rechtbank bevestigt datgene wat wij al lang bepleiten: er is geen sprake van overmacht, de overheid doet simpelweg niet voldoende om deze opvangcrisis op te lossen.” – Tine Claus, directeur Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Een overheid die haar kerntaken niet uitvoert, kan niet tevreden zijn over de geleverde inspanningen.
Telkens wanneer de staatssecretaris voor Asiel en Migratie wordt gevraagd naar de opvangcrisis, beweert zij dat ze er alles aan doet om het probleem op te lossen. Vervolgens erkent ze dat het niet lukt om alle asielzoekers direct een opvangplaats te bieden. De rechtbank heeft zich gebogen over de opvangcrisis en beantwoordde een fundamentele vraag: kan een overheid tevreden zijn met haar inspanningen, zelfs als deze niet voldoende zijn om een kerntaak naar behoren uit te voeren?
Het antwoord van de rechtbank is duidelijk negatief. De rechtbank stelt vast dat de Belgische staat en Fedasil sinds het begin van de opvangcrisis dezelfde argumenten gebruiken om de huidige situatie te rechtvaardigen. De Belgische staat beweert dat er sprake is van overmacht. Ze verwijst hiervoor onder meer naar een hoog aantal asielaanvragen, de komst van mensen uit Oekraïne en de moeilijkheden bij het openen van opvangcentra.
Wat betreft het aantal asielaanvragen is de rechtbank duidelijk: dit is altijd al een veranderlijk gegeven geweest en deze schommelingen zijn niet onvermijdelijk of onvoorspelbaar. Een overheid kan hier dus rekening mee houden. Wat betreft de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne stelt de rechtbank vast dat de opvang van deze groep niet onder de verantwoordelijkheid van Fedasil valt, waardoor dit argument niet geldig is.
De rechtbank erkent de moeilijkheden bij het openen van opvangcentra, maar wijst er ook op dat Fedasil op geen enkel moment uitlegt waarom ze geen gebruikmaakt van andere maatregelen die in de Opvangwet staan. Er is dus geen sprake van overmacht. De Belgische staat en Fedasil doen simpelweg niet genoeg om de opvangcrisis op te lossen. Hierdoor schenden zij de Europese Opvangrichtlijnen en de Belgische Opvangwet.
Een overheid die haar kerntaken niet uitvoert en juridische beslissingen niet naleeft, brengt de fundamenten van de rechtsstaat in gevaar.
Om de Belgische staat en Fedasil aan te zetten tot een oplossing voor deze situatie, hebben rechtbanken al verschillende dwangsommen opgelegd. Tot op heden weigert de overheid consequent om deze dwangsommen te betalen. Het argument van de Belgische staat dat het betalen van dwangsommen haar financiële situatie zou verslechteren en de belangen van asielzoekers zou schaden, overtuigt de rechtbank niet. Volgens de rechtbank is de huidige situatie waarin de Belgische staat verkeert het gevolg van haar eigen nalatigheid.
De staat moet dan ook volledige verantwoordelijkheid nemen voor haar acties en niet deels afschuiven op de rechterlijke macht. Deze houding is in strijd met artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de veroorzaker van schade aansprakelijk is voor de geleden schade.
“Wat betekent de scheiding der machten dan nog als de uitvoerende macht zich niet aan de spelregels houdt? Hoe langer de opvangcrisis voortduurt, des te belangrijker deze vraag wordt.” – Tine Claus
Laten we het eens vergelijken met een situatie op de weg. Stel je voor dat sommige mensen besluiten om overal te hard te rijden, hoewel ze weten dat het tegen de regels is. Ze beweren dat ze hun best doen om zich aan de snelheidslimiet te houden, maar ze slagen er niet in. En omdat ze vinden dat ze hun best doen, weigeren ze boetes te betalen voor hun overtredingen. Ze kunnen zelfs de beslissingen van rechters naast zich neerleggen en gerechtsdeurwaarders hebben niet de bevoegdheid om hun eigendommen in beslag te nemen.
Stel je voor dat deze hardrijders vervolgens ongelukken veroorzaken en blijven weigeren om hun gedrag te veranderen. Dit zou het vertrouwen van mensen die zich wel aan de regels houden, aantasten. Ze zouden hun geloof in het rechtssysteem verliezen en zelf ook de neiging krijgen om de snelheidslimiet te negeren. Deze situatie van straffeloosheid lijkt misschien wel een dystopie, maar het is helaas een harde realiteit in het geval van de opvangcrisis. De overheid gedraagt zich als een koppige hardrijder die alle verkeersregels en rechterlijke uitspraken negeert. Ondanks dat ze beweert haar best te doen, weigert ze haar gedrag aan te passen.
De rechterlijke macht heeft de overheid al herhaaldelijk gewaarschuwd. Deze recente uitspraak is het krachtigste signaal tot nu toe. Zal de overheid deze uitspraak opnieuw negeren? Wat betekent dit dan voor de scheiding der machten? En welk signaal geeft de overheid hiermee aan haar burgers? We hopen dat de overheid tot bezinning komt en eindelijk deze onwettige situatie aanpakt. In de eerste plaats voor asielzoekers terug een menswaardig bestaan te gunnen. In de tweede plaats om de rechtsstaat terug te herstellen.
Knack: Rechtbank vernietigend voor aanpak opvangcrisis: ‘Grondslagen van rechtsstaat in gevaar’