Mensen uit Afghanistan hebben recht op bescherming
Het Belgische Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) kwam begin maart tot een opmerkelijke conclusie. Het oordeelde dat de situatie in Afghanistan nog wel zorgwekkend is, maar dat de burgers er niet langer gevaar lopen op willekeurig geweld. Alleen specifieke profielen – mensenrechtenactivisten of journalisten – zouden nog worden geviseerd. Die inschatting klopt niet met de realiteit en Vluchtelingenwerk toonde deze week aan dat de redenering ook juridisch rammelt.
Na de machtsovername door de taliban, in augustus 2021, had het CGVS besloten om de beoordeling van aanvragen voor subsidiaire bescherming van Afghanen te schorsen. Via subsidiaire bescherming kunnen mensen internationale bescherming genieten in ons land, ook al worden ze (nog) niet erkend als vluchteling. Aanleiding voor bescherming is het risico op ernstige schade bij terugkeer, bijvoorbeeld door willekeurig geweld tijdens een gewapend conflict. Toen de taliban vorig jaar weer aan de macht kwam, vond het CGVS dat de situatie te onduidelijk was en er dus geen gedragen inschatting kon worden gemaakt. In de praktijk konden mensen uit Afghanistan dus in ons land blijven en niet worden teruggestuurd. Terecht.
Nu vindt het CGVS dat de situatie zodanig is opgeklaard dat er opnieuw (negatief) kan worden geoordeeld over de nood aan subsidiaire bescherming voor Afghanen. Dat doet de wenkbrauwen fronsen. De taliban houden overal in het land burgers willekeurig vast en executeren mensen, zonder proces. Daarnaast zijn ze niet in staat de bevolking te beschermen tegen andere vormen van geweld. Zo is de Hazara-minderheid onophoudelijk het doelwit van bloedige aanslagen en komen mensen om door luchtaanvallen in provincies aan de grens met Pakistan. Naast het geweld, eist ook de humanitaire situatie elke dag vele levens door honger, gebrek aan geneesmiddelen en gebrek aan medische zorg. Wat we weten is overigens maar een fractie van de werkelijke omvang van de catastrofe. Media zijn in het land gemuilkorfd, internet wordt aan banden gelegd en betrouwbare informatie sijpelt maar mondjesmaat naar buiten.
Het Belgische standpunt wordt tegengesproken door de realiteit en door internationale instanties
Het standpunt van het CGVS wordt niet alleen tegengesproken door de realiteit, maar ook door gespecialiseerde internationale instanties. Zowel de VN als het Europees Asielagentschap zeggen in recente richtlijnen dat het te vroeg is voor conclusies over Afghanistan.
De beslissing van het CGVS blijft niet zonder gevolgen. De voorbije weken kregen al honderden Afghanen te horen dat ze geen bescherming krijgen en het grondgebied moeten verlaten. Ze krijgen geen statuut, maar het bevel om het grondgebied te verlaten. Hen effectief terugsturen kan niet, want dat zou een schending zijn van het ‘non-refoulement principe’: een overheid mag nooit iemand terugsturen naar een plek waar die reëel gevaar loopt op ernstige mensenrechtenschendingen. Dat is hier duidelijk het geval. Vrijwillige terugkeer is zeer onwaarschijnlijk en praktisch haast ondoenbaar.
Het terugkeerbeleid is niet de bevoegdheid van het CGVS en blijkbaar ook niet zijn zorg. Hierdoor worden deze mensen erg vatbaar voor de problemen waar mensen zonder wettig verblijf mee te maken krijgen, zoals precaire levensomstandigheden, uitbuiting en andere mensenrechtenschendingen.
Ook praktisch is dit een vreemde beleidskeuze: de negatieve beslissingen van het CGVS – die juridisch onvoldoende gemotiveerd zijn – zullen leiden tot talloze beroepsprocedures. Dit heeft een impact op de capaciteit van de asieldiensten, maar ook op de bezettingsgraad van het opvangnetwerk. Iedereen die asiel aanvraagt, heeft recht op opvang totdat die een finale beslissing ontvangt.
Met de automatische bescherming van mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, hebben we gezien dat solidariteit en mensenrechten het kompas kunnen zijn voor ons asielbeleid. Laten we daarop verder bouwen door eindelijk en op gelijke voet ook andere mensen de bescherming te bieden waar ze recht op hebben. Mensen die Afghanistan ontvlucht zijn, hebben vandaag bescherming nodig. Door hen te erkennen als vluchteling of hen subsidiaire bescherming te bieden. België moet meteen zijn beleid bijsturen. Dat is een juridische en morele plicht.