Blog 2: Ik wist dat het koud was toen ik uit mijn raam keek

Deze week begon het beter te gaan aan het Klein Kasteeltje. Veel verschillende organisaties kwamen samen om humanitaire hulp te verlenen, en tegelijkertijd nam het aantal mannen toe dat binnen kon komen om internationale bescherming aan te vragen. Dat sommige mannen een Annexe 26 (het document dat bewijst dat iemand aanspraak maakt op internationale bescherming) en onderdak kregen,is zeker geweldig nieuws, maar het voelt vreemd om dat te vieren. Omdat mensen toegang tot opvang geven toch een fundamenteel mensenrecht is?

Donderdagochtend zat ik thuis met een kop thee in de hand de sneeuw te bewonderen toen er plots een Afghaans nummer op mijn telefoonscherm verscheen. Toen ik opnam, legde de beller dat we elkaar vorige week hadden ontmoet toen Vluchtelingenwerk 's nachts naar het Klein Kasteeltje ging om dekens uit te delen. Ik herinnerde me hem omdat hij me vroeg een foto te maken van hem en zijn vriend. Hij was dolgelukkig en vertelde me dat hij eindelijk 'binnen' was en dat hij al wist waar zijn permanente opvang zou zijn.

"Nu ik eraan terugdenk, tegen iemand 'proficiat' moeten zeggen omdat hij een opvangcentrum heeft gekregen, is een beetje gek"

Aangezien ik niet uit België kom, had ik geen idee waar de plaats was waarover hij sprak en of het een leuke stad of dorp was om in te wonen. Desondanks wilde ik hem feliciteren en hem te zeggen dat hij het goed gedaan had. Nu ik eraan terugdenk, tegen iemand 'proficiat' moeten zeggen omdat hij een opvangcentrum heeft gekregen, is een beetje gek.

Ik begrijp waarom het goed kan zijn om dat te zeggen tegen iemand die er net in geslaagd is te ontsnappen aan oorlog of die onmenselijke tochten heeft overleefd. Maar eigenlijk is het niet juist om deze ervaringen gelijk te stellen met het feit dat men erin geslaagd is toegang te krijgen tot het recht op opvang door de Belgische wet.

Maar op dat moment voelde het goed. Deze man had meer dan twee weken op straat geslapen en kon nog lachen en grapjes maken, iets wat mij persoonlijk niet lukt tenzij ik voldoende slaap en cafeïne binnenkrijg.

Na dit gesprek ging ik weer verder met typen, thee drinken en staren naar de sneeuw. Toen het harder begon te sneeuwen, merkte ik op hoe mijn alledaagse uitzicht veranderde in iets moois. Ik nam een paar foto's om naar mijn familie in Ierland te sturen. De foto's aan het Klein Kasteeltje, vertelden een heel ander verhaal: mannen kropen ineen onder stukken plastic om zich te beschermen tegen het ongure weer.

Ook al kon dit plastic hen beschermen tegen de nattigheid, het beschermde hen niet tegen de koude lucht. Ondanks de weersomstandigheden kreeg geen enkele alleenstaande man die dag een afspraak om asiel aan te vragen. Voor velen betekende dit een nacht op straat.

Sneeuw Klein Kasteeltje

Ik wist dat het koud was door uit het raam te kijken, maar toen ik die avond 50 minuten buiten ging om iets te zoeken, was ik geschokt door hoe koud het eigenlijk aanvoelde. Ik wilde lopen om wat frisse lucht te krijgen, maar halverwege mijn tocht voelde ik mijn vingers opzwellen van de kou. Ik droeg nochtans handschoenen. Toen er vlak voor mij een bus stopte, ben ik meteen gaan rennen om de bus te halen. Ik stapte in en besefte hoe gemakkelijk het voor mij was om de kou te ontvluchten.

De meesten van ons hebben de mogelijkheid om een buskaartje of warme drank te kopen. We hebben ook vrienden en familie die ons graag bij hen thuis uitnodigen, maar dat is niet het geval voor veel mensen die asiel aanvragen. Toen ik buiten in de sneeuw was, besefte ik hoe veerkrachtig deze mannen moeten zijn om verschillende nachten achter elkaar op straat te slapen en toch nog beleefd te kunnen zijn en te glimlachen.
 

Wat me deze week ook erg trof, was een gesprek dat ik had met iemand uit een andere EU-lidstaat. Die persoon vertelde me dat hij tot een minderheidsgroep behoorde en dat hij verschillende jaren in een instelling had doorgebracht waar hij mishandeld was. Zij beschikten over voldoende bewijsmateriaal om hun beweringen te staven en hadden in hun land van herkomst al geprobeerd een zaak tegen de staat aan te spannen, maar die was door de rechter afgewezen.

"Buiten in de sneeuw besefte ik hoe veerkrachtig deze mannen moeten zijn om nachtenlang op straat te slapen"

Tot ik bij Vluchtelingenwerk begon, kwam het nooit bij me op om na te denken over de invloed van het Europees recht op het recht van burgers om asiel aan te vragen. Als EU-burger groeide ik op met de voordelen van vrij verkeer en het beruchte Akkoord van Schengen. EU-burgers kunnen op vakantie gaan waar ze maar willen in de EU. Ze kunnen ook verhuizen en solliciteren in elke andere lidstaat, maar ze kunnen alleen langer dan drie maanden blijven als ze de middelen hebben om in hun eigen onderhoud te voorzien.

Bovendien hebben zij geen toegang tot sociale voorzieningen in een andere lidstaat, tenzij zij daar woonachtig zijn en er gedurende een bepaalde periode hebben gewerkt. Tegelijkertijd is het voor een EU-burger bijna onmogelijk om asiel aan te vragen in een andere EU-lidstaat, omdat alle EU-lidstaten elkaar beschouwen als veilige, democratische staten met een goede reputatie op het gebied van de mensenrechten.

Het duurt niet al te lang om te beseffen dat dit niet altijd het geval is. Elk jaar worden er bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens talloze vorderingen wegens schendingen van de mensenrechten tegen lidstaten ingediend. Ook zijn er elk jaar verschillende zaken waarin dit hof beslist dat de behandeling van deze mensen neerkomt op foltering of onmenselijke omstandigheden. Als mensen in de EU direct of indirect worden gefolterd als gevolg van overheidsbeleid zonder dat zij toegang hebben tot de rechter, dan kunnen we het er toch over eens zijn dat er in de EU mensen zijn "die niet naar hun land van herkomst kunnen of willen terugkeren uit gegronde vrees voor vervolging wegens hun ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of hun politieke overtuiging".

"Ik kan me voorstellen dat de meeste mensen in de situatie van deze man het gevoel hebben dat ze geen andere keuze hebben dan illegaal in België te verblijven"

België besloot dat de asielaanvraag van deze persoon ongegrond was omdat hij een verblijfsvergunning kon aanvragen, maar dit lijkt mij niet echt zinvol. Zij hebben het recht om te blijven en te proberen werk te vinden in België, maar wat zal er met hen gebeuren als zij door hun handicap geen betaald werk kunnen vinden? Zullen zij dan geen andere keuze hebben dan terug te keren naar een land waar zij zich niet veilig voelen en gediscrimineerd worden op grond van hun etnische afkomst en handicap?

Het enige advies dat ik hem kon geven was contact op te nemen met verschillende organisaties die hem hulp konden bieden, maar dit is een kortetermijnoplossing. Ik kan me voorstellen dat de meeste mensen in de situatie van deze man het gevoel hebben dat ze geen andere keuze hebben dan illegaal in België te verblijven.

Al bij al waren er deze week heel wat frustrerende en droevige momenten, maar ik had ook heel wat mogelijkheden om meer te leren over de asielprocedure en over enkele lacunes in de Belgische asielwetgeving. Zoals altijd was ik enorm dankbaar dat er zoveel mensen om me heen die mijn vragen wilden beantwoorden en me nieuwe onderwerpen bijbrachten. Het is altijd interessant om van anderen te leren, vooral van de collega's die zelf ervaring hebben met de asielprocedure. Ik hoop de komende weken van hen te kunnen blijven leren en door hen geïnspireerd te worden.

In samenwerking met