Blog 4: "Ondanks dat ik hier al sinds november ben, beleefde ik nog geen 'normale' dag in het Klein Kasteeltje"

Ik was weg met kerstmis en was zeer verbaasd over hoe kalm en ordelijk de situatie op het Klein Kasteeltje was, toen ik terugkwam. Het is vreemd om te denken dat ons hele team applaudisseerde voor het feit dat mensen nu gebruik kunnen maken van hun grondrecht op asiel, maar ik kan gerust zeggen dat iedereen opgetogen was dat alles weer normaal begon te worden.

Deze terugkeer naar de normaliteit betekent dat we eindelijk al onze vrijwilligers kunnen terughalen en weer informatie kunnen gaan geven. Voor mij is dit heel positief nieuws, want hoewel ik hier al sinds half november ben, heb ik nog geen 'normale' dag op het Klein Kasteeltje meegemaakt.

Hoewel we nog geen normale dag hebben beleefd, blijft het Klein Kasteeltje het centrum van onze werkwereld. Mijn team en ik brengen de meeste tijd door met het bespreken van nieuwe strategieën en het leren van informatie die ons hopelijk zal helpen als we daar volgende week echt aan de slag gaan. Soms is het moeilijk om je los te maken van het Klein Kasteeltje. Zelfs tijdens mijn vakantie probeer ik mijn ervaringen te relateren aan die van de mensen die we ontmoeten.

Ik was aan het wandelen in Nepal, dicht bij de grens met Tibet, en bracht vele nachten door in dorpen die bevolkt werden door Sherpa-gemeenschappen. Sherpa is een van de vele kasten in Nepal en bestaat uit boeddhistische mensen van Tibetaanse of Oosterse afkomst. Sherpa's wonen al meer dan duizend jaar in Nepal, maar hun aantal nam aanzienlijk toe na de invasie van Tibet in 1950, toen vluchtelingen over de grens begonnen te vluchten. Vandaag is de rijke Tibetaanse cultuur duidelijk zichtbaar in de Manaslu-regio waar ik een trekking maakte, met kleurrijke gebedsvlaggen die in de meeste hooggelegen bergdorpen tussen de gebouwen wapperen.

Nadat ik mijn gids vertelde waar ik werkte, stond hij erop mij telkens te vertellen wanneer een van de eigenaars van een pension of een van de arbeiders die wij ontmoetten Tibetaanse vluchtelingen waren. Hoewel ik op zijn warme introducties alleen maar kon reageren met een zwak 'Namaste' of 'Tashi Delek', wat 'hallo' betekent, was het interessant om te zien hoe verschillende families zich duidelijk hadden geïntegreerd. Terwijl in andere gebieden groepen families erin slaagden hun eigen dorpen en gemeenschappen op te richten.

"Ik was nog meer geïntrigeerd toen ik uiteindelijk een vluchtelingenkamp bezocht"

Ik was nog meer geïntrigeerd toen ik uiteindelijk een vluchtelingenkamp of 'Tibetaans dorp' bezocht buiten Pokhara, de tweede grootste stad van Nepal. Het was absoluut niet mijn bedoeling om mijn vakantie door te brengen met het zoeken naar een vluchtelingenkamp. Mijn vriend besloot dat hij Yak-wol wilde kopen en mee wilde nemen naar Ierland als cadeau voor zijn moeder, die een fervent breister is.

Gezien het ontelbare aantal yaks dat we zagen en de alomtegenwoordigheid van yakwol, dachten we dat dit een relatief eenvoudig cadeau zou zijn. Na met verschillende winkeliers te spreken, bleek dat mijn vriend de eerste toerist ooit was die om wol vroeg in plaats van mooie kleurrijke wollen deken of sokken. Dit was tamelijk schokkend, aangezien het bijna onmogelijk was een straat in te gaan zonder een winkel te vinden die gespecialiseerd was in wolproducten. Andere winkels die totaal andere goederen verkochten, zoals ansichtkaarten of kruidenierswaren, leken altijd ten minste één verborgen yakdeken te hebben voor het geval een wanhopige toerist op het laatste moment nog een cadeau moest kopen.

Niemand had echter wol en niemand wist waar je die kon krijgen. Uiteindelijk vertelde een winkelier ons dat de Tibetaanse vluchtelingen alle wolproducten maakten, dus als we echt wol wilden kopen, zouden we naar het Tibetaanse dorp moeten lopen. Dit Tibetaanse dorp, waarvan ik later hoorde dat het een van de vele voormalige vluchtelingenkampen was, lag op slechts twintig minuten lopen. We besloten dat als we echt nergens in het centrum wol konden vinden, we later die middag naar het vluchtelingenkamp zouden gaan.

Toen ik langs de weg naar het Tibetaanse dorp liep, wist ik niet wat ik van het kamp kon verwachten. In mijn hoofd zag ik een beeld van witte tenten en mensen die in rijen stonden te wachten. Ik denk dat ik me het beeld voorstelde van de huidige vluchtelingencrisis in Europa in landen als Griekenland en Italië. Daar komen grote aantallen vluchtelingen aan en de overheid beweert dat ze te overbelast is om bij aankomst noodopvang te bieden.

Het Tibetaanse dorp daarentegen was echt een dorp, niet te onderscheiden van veel andere dorpen die ik in het hele land had gezien. Het had niet de gebouwen met meerdere verdiepingen en de grote merkwinkels die de hoofdstraten van Pokhara flankeerden, maar het had zijn eigen bloeiende economie. Er waren kleine theewinkeltjes, een buurtwinkel, monniken die eendrachtig samen zongen, vrouwen die weefden en kinderen in schooluniformen die samen speelden. Het was als een kleine stad in een stad.

"Voor mij was het ongelooflijk inspirerend om te zien hoe deze mensen hun leven weer hadden opgebouwd"

Voor mij was het ongelooflijk inspirerend om te zien hoe deze mensen hun leven weer hadden opgebouwd. Het bracht me veel vreugde, maar deed me ook vragen stellen over hoe we migranten in Europa behandelen. Ik begrijp dat veel van deze mensen Tibet meer dan vijftig jaar geleden zijn ontvlucht, maar toch kon ik me niet van de indruk ontdoen dat migranten in Europa niet hetzelfde warme onthaal krijgen. Voor veel migranten in Europa is het in bepaalde opzichten veel moeilijker met succes hun eigen gemeenschap op te bouwen.

In het Tibetaanse kamp leek het niet uit te maken of de mensen Nepalees spraken of niet, zij slaagden er toch in hun eigen winkels op te zetten of hun handgemaakte producten te verkopen aan een vriend die een winkel bezat. Maar al te vaak krijgen vluchtelingen niet dezelfde kansen om te integreren in westerse gemeenschappen en worden zij verstoten naar moderne getto's. Vooral wanneer zij de taal niet spreken. Tegelijkertijd maakt bureaucratische rompslomp het moeilijker voor mensen om hun eigen bedrijf op te zetten. 

Naar Europa komen, vergt een ongelooflijke hoeveelheid moed en emotionele intelligentie. Vluchtelingen hebben zoveel vaardigheden die we soms, onbedoeld, verhinderen om te gebruiken omdat we ons op de verkeerde dingen richten. Misschien is het tijd dat we naar ontwikkelingslanden kijken om te zien wat zij goed doen als het gaat om het ondersteunen van vluchtelingenpopulaties. Vooral omdat veel ontwikkelingslanden een veel hoger percentage vluchtelingen opnemen op basis van hun bevolking dan westerse landen.

Natuurlijk is geen enkel systeem perfect en zijn er veel aspecten van de Nepalese aanpak die ik zeker niet zou aanbevelen. Desalniettemin is het de moeite waard om na te denken over verschillende modellen en ook over hoe ons systeem innovatie, ontwikkeling en gemeenschapsgroei zowel ondersteunt als belemmert.